SPONTAAN

Afgelopen week zag ik vanaf grote afstand, terwijl ik met m’n chihuahua op de arm, vier grote tassen en mijn sleutelbos (nog net niet in mijn mond) liep – in de kleine koopjes bak van mijn overbuurvrouw – drie zwarte, brocant-ogende fotolijstjes liggen. Het enige wat ik op dat moment kon denken was: hebben, hebben, hebben! Een duikvlucht zat er niet in, te riskant voor mijn ‘Mexicaanse hapje’ Nacho. Oké, nieuw plan dus… Eerst de deur openmaken, daarna ‘chi Nach’ in zijn mand droppen, tassen neerzetten en als een gek naar de koopjes bak toe. Volgens mij had mijn buuf al de verlekkerde blik in mijn ogen gezien. Toen ik vroeg wat ze voor de lijstjes wilde hebben zei ze: “Neem ze maar, ik heb ze al gebruikt!”. Snel griste ik de lijstjes uit de bak en zei nog net niet kwijlend “My precious”.

“Het enige wat ik op dat moment kon denken was: hebben, hebben, hebben! Een duikvlucht zat er niet in, te riskant voor mijn ‘Mexicaanse hapje’ Nacho”

Ik had die dag een moordplanning. Alles stond strak achter elkaar in mijn agenda gepropt: promotie materiaal voor de aanstaande kunstroute, de deadline voor mijn boek en een flinke achterstand in de administratie zorgden ervoor dat ik strak aan de bak moest. De lijstjes parkeerde ik even op een plankje en ben op jacht naar een bakkie leut gegaan. Toen ik even later met een warm bakkie aan de tafel zat, kreeg ik een waanzinnig idee. Er zaten nu zwart/witte stofjes in de lijstjes die waren opgeleukt met een goudkleurig tekstje en een ondefinieerbaar wittig krabbeltje dat ik niet kon thuisbrengen. Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op krabbels. Als er één is die gretig krabbels gebruikt en krabbels waardeert voor wat ze zijn, ben ik het wel! Ik zette mijn koffie aan de kant en ging op zoek naar mijn stoffen art journal project. Eenmaal gevonden bleek de stof drie keer zo dik te zijn geworden als bij aanvang. Ken je de uitdrukking ‘stof trekt stof aan’? Na wat blazen, kloppen en hoesten begon mijn niveau van enthousiasme een kritiek punt te bereiken. Er zat zoveel onafgemaakt moois in, dat moest wel wat worden.

Ken je de uitdrukking ‘stof trekt stof aan’? Na wat blazen, kloppen en hoesten begon mijn niveau van enthousiasme een kritiek punt te bereiken

Ik stond voor een intern dilemma, mijn art journal met pijn in mijn hart te wrecken (vernielen) om mijn werk wereldkundig te maken of alles weer keurig terug te proppen in de eeuwige, onafgeronde vergetelheid. Over eeuwige vergetelheid gesproken, het kan zijn dat over een paar honderd jaar kunsthistorici en archeologen verhitte discussies voeren over mijn werk in verhouding tot de toestand van de moderne mens anno nu. Wat zou de bedoeling en de context zijn van dit geheel? Semi holbewoner krabbels met hippe stofjes in een nep brokantelijstje, leg dat maar uit! In dit verhaal openbaar ik de genesis van mijn eclectische mix, maar of dit over honderd jaar nog terug te vinden is? Ik betwijfel het, tenzij ik uitgroei tot een beroemd kunstenaar en mijn werk – inclusief de verhalen – bij een groot publiek bekend zijn. Wie weet, het is goed om te blijven dromen. Hoe kijken wij terug op het werk van onze voorouders? We moeten het vaak stellen met indirecte bewijzen en gekleurde aannames omdat we er simpelweg niet bij zijn geweest, maar wat als we ooit ook echt de waarheid zouden kennen?

“In dit verhaal openbaar ik de genesis van mijn eclectische mix, maar of dit over honderd jaar nog terug te vinden is?”

Oké, dit is inderdaad een prachtige slotgedachte voor mijn verhaal, maar het blijft allemaal behoorlijk aan de oppervlakte. Soms is het lekker om te blijven dobberen en soms verzuip ik in mijn gedachten en zink ik de diepte in. Als ik nu stop met mijn verhaal over mijn werk, doe ik mezelf zwaar tekort. Het oppervlakte is pas het begin van wat je ziet. De ijsberg boven het water. Er zit nog een hele laag onder mijn werk dat onderdeel is van mijn (aan de buitenkant niet zichtbare) denkproces.

“Soms is het lekker om te blijven dobberen en soms verzuip ik in mijn gedachten en zink ik de diepte in. Als ik nu stop met mijn verhaal over mijn werk, doe ik mezelf zwaar tekort

Sinds september vorig jaar houd ik me bezig met het thema ‘Een compositie van niets’. Ik maak composities van ‘niets’ – letterlijk én figuurlijk. Mijn digitale werk is gebaseerd op afval dat voordat het de prullenmand bereikt eerst nog even op de foto wordt vastgelegd. Mijn schilderijen zijn geen reflectie van de werkelijkheid, maar een spel van het moment en gestuurd door het principe van entropie. Het spel van entropie – de dans tussen orde en chaos, vasthouden en loslaten, creatie en verval. Entropie is niet alleen het verval van orde, maar ook de bron van nieuwe mogelijkheden. In het verstrijken van tijd en het vervagen van herinneringen zit misschien wel de kern van het leven: dat we nooit precies weten wat was, noch wat komen gaat. In dat licht zal mijn werk ooit misschien niet meer zijn dan een vage echo, iets waar later mensen hun hoofd over breken. Of misschien ook helemaal niet. Maar juist in de onzekerheid van het eeuwige nu, het moment waarin de realiteit zich ontvouwt en bevriest in de tijd, zit voor mij de essentie. Vol vragen, vol zoeken, en soms een glimp van iets veel groters dan ikzelf.

“…het moment waarin de realiteit zich ontvouwt en bevriest in de tijd, zit voor mij de essentie. Vol vragen, vol zoeken, en soms een glimp van iets veel groters dan ikzelf”