Deze allereerste les hebben we ‘imperfect’ getekend. Waarom? Omdat tekenen ontzettend leuk is om te doen! En om tekenen een fijne ervaring te laten zijn (en blijven), benader ik het in deze les niet vanuit de technische kant, maar juist vanuit een speelse, ontspannen kant.

In deze les geef ik je een paar belangrijke basisprincipes mee van de imperfecte tekenkunst.
Ik ga je dus niet leren hoe je technisch perfect leert tekenen, maar hoe je je eigen tekenstijl ontwikkelt.

Als je naar de voorbeeldtekening kijkt naast het lesthema, zie je op het eerste gezicht meteen wat ik heb getekend. Maar als je iets langer kijkt, merk je dat het eigenlijk helemaal niet klopt met de realiteit. De twee inktflessen en het lucifersdoosje ogen nog best realistisch, maar de tekst op de achtergrond en de flessen ernaast doen dat al veel minder. Ook op de voorgrond gebeuren er dingen die niet stroken met hoe het er in het echt uit ziet. De lijnen en teksten op de flessen kloppen niet – alles is een beetje scheef en uit perspectief en toch is het leuk om naar te kijken. Dat komt omdat je meteen ziet wat het voorstelt, het voelt levendig en speels. Dat is precies wat een imperfecte tekening doet: Het probeert niet een exacte kopie van de werkelijkheid te zijn, maar een vrije en expressieve weergave ervan.

Hoe pak je dit aan? Het is belangrijk dat je deze vorm van tekenen niet wetenschappelijk benaderd. Zorg dat je alleen met fineliners en/of Oost-Indische inkt werkt en dat je potloden, liniaal en gum ver buiten bereik liggen. Trek zekere lijnen. Wat ik hiermee wil zeggen is dat je niet moet gaan schetsen zoals je met een potlood doet. Zijn je lijnen – net als bij mij – behoorlijk scheef? Top! Je begint het al te leren.

Vaak ga ik bij deze tekeningen uit van een ludiek stilleven. Dit kan bestaan uit allemaal blauwe voorwerpen, alledaagse gebruiksobjecten, gekke kerstboomhangers, pakken en potten met etiket, de hond slapend in zijn mand met een tekst erbij. Op de bovenstaande tekening waren het de materialen die ik op dat moment bij me had. Het lucifersdoosje zag ik op de tafel liggen en paste er mooi bij.

Alcohol markers, ook wel reclamestiften genoemd, zijn perfect om je tekening mee in te kleuren. Als je watervaste fineliners of inkt hebt gebruikt, kun je ook waterverf gebruiken voor het inkleuren. Ook hiervoor geldt: niet schetsen of poetsen en niet te netjes inkleuren, wees niet bang en kleur vlot in. Durf buiten de lijntjes te gaan. Bij de markers gebruik ik altijd de brede (grotere) tip in plaats van de kleine ronde. Je kunt schaduw aanbrengen door eerst alles in te kleuren en vervolgens met een grijze marker over de kleur heen te gaan, dit noemen we blenden. Highlights maak je met dekkende acrylstiften.

Samenvatting: Maak zekere strakke lijnen, kleur (arcerend kleuren d.w.z. in rechte lijnen – zie voorbeeld) met een grove marker in en durf buiten de lijntjes te gaan. Ook als je niet goed uitkomt met tekst of objecten, maak het zoveel mogelijk passend. Ga er niet aan zitten rommelen. Als je echt de mist ingaat, werk dan alleen het mooie stuk uit. Benadruk wat goed is. Accentueer bij bijvoorbeeld textiel of texturen een deel in plaats van het hele stuk. Maak schaduwen door met een grijze marker over een kleur heen te gaan en highlights met dekkende acrylstiften.

Oefening (vrijblijvend): Zet een mandje of doosje met kleine A6 papiertjes op tafel. Leg er een fineliner, witte pen en wat markers bij. Teken in 5-10 minuten een object in huis na en kleur vlot in. Schrijf er desnoods nog wat tekst omheen.

Tip: Alcohol markers en acrylstiften van de Action zijn betaalbaar en mooi om mee te starten, je hoeft niet alle kleuren te kopen, kijk gewoon wat je aanspreekt. Het boek ‘The Creative License’ van Danny Gregory, hielp mij voor een groot deel van m’n perfectionisme af. Hij heeft ook een youtube kanaal: https://www.youtube.com/@DannyGregory

Voorbeelden: Hieronder staan nog wat voorbeelden waarin ik gewerkt heb met laagjes, op oude bonnetjes, met ecoline en met tekst er onder of er naast.